selecteer onderwerp
1. inleiding.
1.1 besturingssysteem.
1.2 opdrachten uitvoeren.
1.3 ingebouwde help.
1.3.1 office-assistent.
1.3.2 standaard help.
2. het maken van een document.
2.1 beginnen met een document.
2.2 pagina-instellingen.
2.3 lettertypen selecteren.
2.3.1 type en grootte
2.3.2 het markeren van tekst.
2.3.3 vet, cursief, onderstreept.
3. bestanden opslaan en openen.
3.1 bestanden opslaan.
3.2 bestanden openen.
4. documenten afdrukken.
5. de plaats van uw tekst.
6. kolommen
6.1 opmaak van kolommen
6.2 kolommen met een gelijke breedte
6.3 kolommen met een ongelijke breedte
6.4 toetscombinaties
7. tabellen
7.1 tabellen maken
7.1.1 tabel maken met opdrachtmenu
7.1.2 tabellen maken met de werkbalk.
7.2 tabellen opmaken.
7.2.1 automatische tabelopmaak.
7.2.2 handmatige tabelopmaak.
7.3 grafieken maken op basis van tabellen.
7.4 bewerken van cellen, rijen en kolommen.
7.4.1 verwijderen.
7.4.2 toevoegen.
7.4.3 cellen samenvoegen en splitsen.
7.5 tekst van en naar tabellen converteren.
7.5.1 tekst naar tabel converteren.
7.5.2 tabellen naar tekst converteren.
7.6 toetscombinaties voor tabellen.
8. afbeeldingen invoegen in document.
8.1 illustratie invoegen.
8.2 afbeelding vanuit bestand invoegen.
8.3 afbeelding invoegen vanaf het klembord.
8.4 afbeeldingen bewerken.
8.4.1 formaat wijzigen met de muis.
8.4.2 eigenschappen wijzigen.
9. kop - en voetteksten.
9.1 het maken van een kop- en voettekst
9.2 watermerken maken
10 autotekstfragmenten.
10.1 gebruik maken van autotekstfragmenten.
10.2 autotekstfragment maken.
11 sjablonen
11.1 gebruik maken van sjablonen
11.2 zelf sjablonen maken
inhoudsopgave
cookies
De tekstverwerker Microsoft Word - Inhoud
Tips over Microsoft Access vind je hier.
1. Inleiding.
1.1 Besturingssysteem.
1.2 Opdrachten uitvoeren.
1.3 Ingebouwde help.
1.3.1 Office-assistent.
1.3.2 Standaard help.
2. Het maken van een document.
2.1 Beginnen met een document.
2.2 Pagina-Instellingen.
2.3 Lettertypen selecteren.
2.3.1 Type en grote
2.3.2 Het markeren van tekst.
2.3.3 Vet, Cursief, Onderstreept.
3. Bestanden opslaan en openen.
3.1 Bestanden opslaan.
3.2 Bestanden openen.
4. Documenten afdrukken.
5. De plaats van uw tekst.
6. Kolommen
6.1 Opmaak van kolommen
6.2 Kolommen met een gelijke breedte
6.3 Kolommen met een ongelijke breedte
6.4 Toetscombinaties
7. Tabellen
7.1 Tabellen maken
7.1.1 Tabel maken met opdrachtmenu
7.1.2 Tabellen maken met de werkbalk.
7.2 Tabellen opmaken.
7.2.1 Automatische tabelopmaak.
7.2.2 Handmatige tabelopmaak.
7.3 Grafieken maken op basis van tabellen.
7.4 Bewerken van cellen, rijen en kolommen.
7.4.1 Verwijderen.
7.4.2 Toevoegen.
7.4.3 Cellen samenvoegen en splitsen.
7.5 Tekst van en naar tabellen converteren.
7.5.1 Tekst naar tabel converteren.
7.5.2 Tabellen naar tekst converteren.
7.6 Toetscombinaties voor tabellen.
8. Afbeeldingen invoegen in document.
8.1 Illustratie invoegen.
8.2 Afbeelding vanuit bestand invoegen.
8.3 Afbeelding invoegen vanaf het klembord.
8.4 Afbeeldingen bewerken.
8.4.1 Formaat wijzigen met de muis.
8.4.2 Eigenschappen wijzigen.
9. Kop - en voetteksten.
9.1 Het maken van een kop- en voettekst
9.2 Watermerken maken
10 Autotekstfragmenten.
10.1 Gebruik maken van Autotekstfragmenten.
10.2 Autotekstfragment maken.
11 Sjablonen
11.1 Gebruik maken van sjablonen
11.2 Zelf sjablonen maken
Inhoud
|
Hoofdstuk 1
|
Hoofdstuk 2
|
Hoofdstuk 3
|
Hoofdstuk 4
|
Hoofdstuk 5
|
Hoofdstuk 6
|
Hoofdstuk 7
|
Hoofdstuk 8
|
Hoofdstuk 9
|
Hoofdstuk 10
|
Hoofdstuk 11
|
Tips over Microsoft Access vind je hier.
(c) 1999 - Ane Sybesma